/image%2F0982888%2F20150118%2Fob_1d8234_69551-429228290476708-1079747835-n.jpg)
“Het geheel van uw schepping houdt niet op uw lof te zingen en komt daarin niet tot zwijgen. De geest van iedere mens looft U met een mond die naar U gekeerd staat. De dieren en stoffelijke dingen doen het door de mond van hen die ze gade slaan. Zo moet onze ziel zich naar U verheffen uit haar traagheid, daarbij steunend op de dingen die Gij gemaakt hebt, en boven hen uitstijgend naar U, die ze zo wonderlijk hebt gemaakt”. Augustinus van Hippo, Belijdenissen v, 1,1
Osabel